Waar gaat dit over?

Moderne astrologen streven naar een vorm van horoscoopduiding die verder gaat dan het benoemen van het tastbare. De horoscoop toont ook de menselijke groeipotenties. Het kan voor astrologen lastig zijn deze potenties in de horoscoop te zien. In de praktijk zie ik regelmatig astrologen die ‘vastzitten’ in bepaalde beelden over een symbool en deze zijn lang niet altijd positief of op groei gericht, bijvoorbeeld: ‘als Maagd ben je erg kritisch op jezelf’, ‘als Vissen heb je de neiging om de realiteit niet onder ogen te zien’, et cetera.

In dit artikel verken ik een zielsgeoriënteerd perspectief dat astrologen kan helpen te focussen op de groeipotenties in astrologische symboliek. Het betreft de theorie van Ken Wilber over de stadia van ontwikkeling in de ziel.

Het idee van de ziel

De theorie van Wilber sluit aan bij klassieke ideeën over de ziel. Voor een goed begrip van zijn theorie is het handig enkele grondideeën uit dit klassieke gedachtegoed toe te lichten. De ziel wordt in deze leringen beschouwd als de verbinder tussen de geestelijke en stoffelijke realiteit. Deze realiteiten worden beschouwd als tegengesteld: geest is bijv. eeuwig, stof is tijdelijk, geest is licht, stof is donker, geest is actief, stof is ontvangend/vormgevend, etc. De fundamentele tegenstelling tussen geest en stof maakt dat de ziel, als verbinder tussen deze realiteiten, gelaagdheid kent. In beginsel wordt de ziel beschouwd als het voertuig van de geest (soms de godsvonk genoemd), maar om in een lichaam te kunnen functioneren, kent de ziel ook een aspect dat op stoffelijk vlak kan functioneren.

Deze zielsdelen worden op verschillende manieren aangeduid. Het zielsdeel dat in de stof werkt wordt wel aangeduid als het lagere, irrationele of astrale zielsdeel. De geestelijke kern van de ziel wordt bijv. aangeduid als het hogere, rationele of geestelijke zielsdeel. Het lagere zielsdeel is gebonden aan de stofrealiteit (bijv. de persoon Ben Rovers) en aan de wetmatigheden die op dit vlak aan de orde zijn: de onvermijdelijke cyclus van opkomen, schijnen en verdwijnen. Het hogere zielsdeel ontstijgt deze realiteit. Dit zielsdeel is onpersoonlijk en blijft bestaan als bijv. de persoon Ben Rovers niet meer bestaat.

Het algemene idee is dat het lagere zielsdeel in mensen het werktuig is van het hogere en onpersoonlijke zielsdeel: door ervaringen op te doen in dit stoffelijke bestaan, draagt de mens bij aan groei van bewust-zijn.

Ken Wilber’s theorie over de ontwikkeling van de ziel

Deze theorie komt erop neer dat het bewustzijn in mensen zich ontwikkelt van pre-persoonlijk naar persoonlijk en van persoonlijk naar transpersoonlijk.

De pre-persoonlijke fase kenmerkt zich door de afwezigheid van ik-bewustzijn. Er is geen afbakening tussen ik en de wereld. Basale lichamelijke en emotionele behoeften zijn leidend. Het gedrag is instinctief, automatisch en onbewust. De persoonlijke fase kenmerkt zich door de afbakening van een IK-realiteit en het ontwikkelen van persoonlijk bewustzijn. IK definieert zichzelf (wie ben ik?), heeft een eigen wil, stelt doelen, heeft gedachten, overtuigingen en gevoelens, en kan (op zichzelf) reflecteren. IK maakt keuzes. De trans-persoonlijke fase kenmerkt zich door het openen van de ziel naar een hogere, non-duale realiteit. De persoonlijke wil richt zich naar een hogere wil, het denken opent zich voor geestelijke in plaats van materiële kennis, het gevoelsleven onthecht zich van persoonlijke voor- en afkeuren en wordt universeler en het handelen richt zich op hogere doelen dan de persoonlijke verlangens.

Wilber geeft aan dat deze ontwikkeling in mensen in het algemeen de levensloop volgt (van zuigeling naar volwassene naar oudere). Dit betekent niet dat sprake is van een eenduidig en/of lineair proces. Het ‘aanvangsniveau’ in de ziel en de lessen die in dit leven aan de orde zijn, kunnen namelijk variëren. Elke baby die opgroeit en volwassen wordt zal in enigerlei mate persoonlijk bewustzijn ontwikkelen, maar de wijze waarop dit gebeurt en de gebieden waarop dit bewustzijn zich ontwikkelt, vormen een hoogstpersoonlijk pad. Ontwikkeling op het ene vlak kan sneller gaan dan op andere vlakken. Ook is het mogelijk dat ontwikkeling op bepaalde vlakken stagneert of dat sprake is van regressie naar eerdere bewustzijnsstadia, bijv. als gevolg van trauma. Deze processen kunnen tegelijk en naast elkaar aan de orde zijn. In Wilber’s optiek zijn álle ervaringen die mensen opdoen, dus ook die van stagnatie en regressie, dienstbaar aan de ontwikkeling van transpersoonlijk bewust-zijn.

Wilber’s stadia zijn op elk niveau van menselijk functioneren toe te passen. In het schema zijn enkele abstracte voorbeelden uitgewerkt van de deze stadia in de ontwikkeling van de wil, het denken, het voelen en het handelen.

De gelaagde ziel in horoscoopduiding

Het idee van de ziel als gelaagde realiteit is een belangrijk gegeven voor astrologen. Het is namelijk de lagere ziel (de persoonlijkheid) die zich toont in een horoscoop: of iemand Maan in Ram heeft of Maan in Stier maakt nogal wat uit. En de vrolijke Maan in Leeuw wordt door het vierkantsaspect met Saturnus toch echt wel een stukje serieuzer. Dit zijn wetmatigheden waaraan niet valt te ontkomen (noem het lot!).

We zien in de horoscoop het instrument waarvan de hogere ziel zich in dit leven bedient. Hoe dit zielsdeel zich concreet manifesteert en hoe het zich verhoudt tot het hogere zielsdeel, valt echter niet uit de horoscoop af te leiden. Om het proces van bewustzijnsontwikkeling vast te stellen, zullen astrologen doorgaans aangewezen zijn op informatie van de horoscoopdrager zelf.

Een en ander betekent dat een astroloog die wil focussen op groeipotenties in staat moet zijn om uit de informatie van de horoscoopdrager diens ontwikkelingsopgaven te destilleren en deze te koppelen aan de groeipotenties van de ziel die zich tonen in astrologische symboliek.

Groeipotenties in astrologische symboliek

Uit de wijze waarop astrologische symboliek zich in een concreet geval manifesteert kunnen we afleiden hoe het bewustzijn zich in en via de horoscoopdrager ontwikkelt. Wilber’s beschrijving van de drie stadia helpt de astroloog de hogere potenties zichtbaar te maken.

Ter illustratie volgen hier twee voorbeelden.

De manifestatie van Mars en Ram (Vuur)

Deze symboliek gaat (onder andere) over de wijze waarop de wil wordt aangewend. In het pre-persoonlijke stadium is deze aanwending onbewust, instinctief en primitief, primair gericht op overleving. De biologische impulsen worden ongefilterd gevolgd. De horoscoopdrager geeft bijvoorbeeld aan te worstelen met ongerichte boosheid.

In dit stadium is het belangrijk iemand te laten reflecteren op het manifesteren van de persoonlijke wil. Het gaat dan om zulke zaken als de eigen ruimte afbakenen, initiatieven durven nemen, opkomen voor het eigen belang en dergelijke. Deze reflectie helpt de betrokkene persoonlijk bewustzijn te ontwikkelen t.a.v. het volgen van de eigen passies. Dit schept ruimte voor het maken van afwegingen en keuzes.

Bij de spirituele zoeker verschuift de focus van de biologische en persoonlijke drijfveren naar het gehoor geven aan een hogere wil. Mars en Ram kunnen bijvoorbeeld strijden voor spirituele zaken, maar ook leren de impulsen te beheersen en geduld te bewaren. Ook moed die ontleend wordt aan een hogere kracht is een voorbeeld van een transpersoonlijke uiting van Mars/Ram. In het algemeen ligt de potentie hier in het verschuiven van de gerichtheid van de persoonlijke wil: van doel in zichzelf naar een middel voor een hoger principe.

De manifestatie van Saturnus en Steenbok (Aarde)

Deze symboliek gaat (onder andere) over de wijze waarop de aardse verantwoordelijkheden worden vormgegeven. In het pre-persoonlijke stadium van ontwikkeling is bijvoorbeeld sprake van onbewuste identificatie met of afwijzing van verantwoordelijkheid. In het eerste geval voelt de horoscoopdrager zich voor alles verantwoordelijk, is altijd aan het werk, het resultaat is nooit goed genoeg, en als het niet goed genoeg is volgt schuld, et cetera. In het tweede geval wijst men de verantwoordelijkheid onbewust af. Dit kan zich tonen in de vorm van externe autoriteiten die door de betrokkene als een opgelegde beperking worden ervaren en wiens gezag men niet accepteert. Soms wordt het leven zelf als een opgelegde beperking ervaren.

In dit stadium is het belangrijk dat de astroloog de horoscoopdrager ondersteunt in het zicht krijgen op hoe deze omgaat met verantwoordelijkheden in het leven. Dit kan voor de een betekenen het relativeren van de persoonlijke verantwoordelijkheid en voor de ander ‘aan het werk gaan’. Mentale en gevoelsmatige reflectie op de eigen verantwoordelijkheid maakt dat de betrokkene de ervaren verantwoordelijkheden onder het gezag van de persoonlijke wil kan plaatsen en zichzelf kan afvragen: welke verantwoordelijkheden kan en wil ik dragen in het leven?

Bij de spirituele zoeker verschuift de focus van aardse verantwoordelijkheden naar spirituele verantwoordelijkheden. De wetten en regels van ouders/groep/werk/staat, etc. maken plaats voor inzicht in de wetten van het leven zelf. Dit betekent doorgaans dat strengheid en streven plaatsmaken voor mildheid en acceptatie. In het algemeen ligt de potentie hier in het doorgeven van de geestelijke lessen die de betrokkene uit het leven heeft geleerd. Het beeld van de oude, wijze leraar.

Herkennen van ontwikkelingsstadia in een astrologisch consult

Om een perspectief op groei aan te kunnen reiken, is het voor de astroloog van belang in het gesprek met de horoscoopdrager de ontwikkelingsstadia van Wilber te herkennen en van elkaar te onderscheiden. Dit is lang niet altijd een eenvoudige opgave.

Wilber spreekt bijvoorbeeld over de ‘pre/trans misvatting’. Dit gaat erover dat trans-persoonlijke ervaringen ten onrechte als pre-persoonlijk worden beschouwd of omgekeerd. Een voorbeeld van het eerste is een spirituele ervaring in de geestelijke wereld die wordt aangezien voor een psychose. Een voorbeeld van het tweede is dat instinctief, onbewust handelen wordt aangezien voor verlichte wijsheid of fantasie voor spiritueel inzicht.

Een voorbeeld van een ‘pre-trans misvatting’. Stel dat iemand met Mars/Ram de opkomende impulsen niet volgt. Dit kan enerzijds gebeuren op onbewuste gronden (bijv. als sprake is van angst), maar het kan ook een bewuste keuze zijn. Het is belangrijk om goed te onderzoeken wat er aan de hand is, want de horoscoopdrager kan het uit de weg gaan van bijvoorbeeld boosheid aan zichzelf verkopen als zijnde een bewuste keus: ‘ik sta boven boosheid’.

Mensen kunnen onbewustheid verhullen of bewustzijn voorwenden. Dit maakt het soms lastig de stadia van Wilber te onderscheiden. Iemand kan bijvoorbeeld achteraf een verklaring geven voor een onbewust uitgevoerde handeling of een ‘hoger inzicht’ ontvangen, dat bij nadere beschouwing toch een product van menselijk denken is. Of het handelen vanuit een hoger ideaal blijkt toch vooral een persoonlijke behoefte te vervullen.

Kortom, de ontwikkelingsstadia van Wilber vaststellen kan een ingewikkelde opgave zijn. Hiervoor zijn geen kookboekrecepten beschikbaar. Focus en oefening helpen in het maken van onderscheid.

Groeipotenties aanreiken: hoe?

Het belangrijkste inzicht is wellicht dat het model van Wilber de astroloog helpt om het oog op ontwikkeling en groei gericht te houden.

Een voorbeeld: door bijv. na te gaan hoe de zorgende functie van Kreeft zich manifesteert, is het mogelijk vast te stellen of sprake is van bewuste, door de persoonlijke wil gestuurde zorg of van onbewuste automatismen. Als dit laatste het geval is, kan de astroloog de horoscoopdrager ondersteunen bij het verhelderen of versterken van de persoonlijke wil, bijv. door inzicht te verschaffen in opgebouwde patronen, het aanreiken van alternatieven en meer in het algemeen het maken van bewustere keuzes. Bij Kreeft gaat dit vaak over het realiseren van gezonde zelfzorg. Als de persoonlijke wil zich kan manifesteren, kan Kreeft groeien naar een vorm van zorgen die de persoonlijke behoeften ontstijgt, bijv. zorgen uit universele compassie. De astroloog kan de horoscoopdrager in dit proces ondersteunen door inzicht te verschaffen in de persoonlijke (IK-gerelateerde) factoren die dit verlangen in de weg kunnen staan. Deze zijn af te leiden uit horoscoopfactoren.

Een belangrijk inzicht dat uit Wilber’s theorie naar voren komt is dat de ziel zich niet kan ontwikkelen zonder de persoonlijke fase te doorlopen. Met andere woorden, om het IK te ontstijgen, dient het eerst gevormd te worden, de persoonlijkheid is immers een instrument van het hogere zielsprincipe. Dit betekent dat gesprekken over spirituele groei vaak over hele aardse zaken (moeten) gaan.

De ontwikkeling van de astroloog zelf speelt uiteraard een belangrijke rol in dit proces. In het algemeen zal gelden dat een astroloog die vanuit een ruimer bewustzijn opereert, dit ook de horoscoopdrager kan aanreiken. Omgekeerd geldt dat onbewuste inhouden, onopgeloste persoonlijke ‘issues’ en dergelijke, de astroloog verhinderen om vanuit een hoger perspectief waar te nemen. Dit is een pleidooi voor astrologen om levenslang een vorm van bewustzijnsontwikkeling te beoefenen. Tegelijk is het ook een erkenning van de onvermijdelijke feilbaarheid van astrologisch werk.

Dit artikel verscheen in ASAScoop, nr. 2, september 2025. (Klik op afbeelding voor PDF)